Schulden klein houden en perspectief bieden

Een paradigmashift in de incasso

Betalingsregeling in strijd met beslagvrije voet

Bron: André Moerman
uur

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders heeft een belangrijke uitspraak gedaan over de mogelijkheden van een deurwaarder om een betalingsregeling te treffen wanneer door een andere schuldeiser al loonbeslag is gelegd. De beslagvrije voet moet het bestaansminimum garanderen. De debiteur ertoe bewegen om een deel van dit bestaansminimum te gebruiken om een schuld af te lossen, staat hiermee op gespannen voet. De deurwaarder dient zich terughoudend op te stellen, mag geen oneigenlijke druk uitoefenen en mag zich niet achter de opdrachtgever verschuilen.

Een betalingsregeling afdwingen onder de beslagvrije voet wordt terecht veroordeeld, maar het alternatief om te dagvaarden en beslag te leggen is, gelet op de kosten, ook niet wenselijk.

 

Foto: Chronomarchie, Pixabay


Wat eraan voorafging
X kon slechts over de beslagvrije voet beschikken omdat er beslag op zijn AOW is gelegd. Vanwege een huurachterstand heeft een deurwaarder aan X een betalingsregeling van € 50 per maand voorgesteld om een dagvaarding te voorkomen. X heeft hierop gereageerd en aangegeven dit niet te kunnen betalen omdat er al beslag op de AOW is gelegd en dat hij de lopende huur tijdig zal voldoen.
De deurwaarder heeft vervolgens de druk opgevoerd, dat er gedagvaard zal worden wanneer er geen betalingsregeling tot stand komt.

X heeft een klacht ingediend bij de Kamer voor gerechtsdeurwaarders en zich erover beklaagd dat:

  • de deurwaarder niet reageert op de klachten van klager;
  • de deurwaarder een betalingsregeling wil treffen, terwijl er geen nieuwe huurachterstand was en klager moet rondkomen van de beslagvrije voet.

Beide klachten worden gegrond verklaard. Ten aanzien van de voorgestelde betalingsregeling oordeelt de Kamer voor gerechtsdeurwaarders als volgt:


Beoordeling klacht

“5.5 (…) Vast staat dat reeds beslag lag op de AOW-uitkering van klager en dat klager daarom enkel inkomen genoot ter hoogte van de beslagvrije voet. De kamer overweegt dat het een zorgvuldig handelend gerechtsdeurwaarder betaamt om onder deze omstandigheden terughoudendheid te betrachten bij het treffen van een betalingsregeling met de beslagene. In het wettelijke systeem heeft de beslagvrije voet tot doel om een beslagene een bestaansminimum te garanderen. Een beslagene onder deze omstandigheden ertoe bewegen een deel van dat bestaansminimum aan te wenden om een schuld af te lossen staat op gespannen voet met dit wettelijke systeem.

5.6 Het voorgaande brengt niet mee dat het bespreken van een betalingsregeling in een dergelijke situatie onder alle omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Van belang is dat de gerechtsdeurwaarder zich in dergelijke situaties terughoudend opstelt, om oneigenlijke druk zoveel mogelijk te voorkomen. Indien klager er niet voor kiest om een betalingsregeling af te spreken kan de gerechtsdeurwaarder een procedure starten tot het verkrijgen van een titel, en mogelijk beslag leggen, waarna hij zijn vordering ter verdeling kan indienen bij de coördinerend gerechtsdeurwaarder. Dit brengt weliswaar kosten met zich mee voor de schuldenaar, maar voorkomt dat het effectief aan levensonderhoud te besteden inkomen van de beslagene onder de beslagvrije voet uitkomt.

5.7 In dit geval heeft de gerechtsdeurwaarder bij brief van 22juli 2022 proactief een betalingsregeling van € 50.00 per maand voorgesteld, althans klager verzocht om een tegenvoorstel te doen. Daarbij schrijft de gerechtsdeurwaarder

“(…)
Wanneer wij geen tijdige reactie van u ontvangen, zal worden overgegaan tot het nemen van rechtsmaatregelen, waarbij u gedagvaard zult worden. De hiermee gepaard gaande hoge kosten zullen volledig op u verhaald worden.”

Nadat klager hiertegen bezwaar heeft gemaakt in de e-mails van 1 en 9 augustus 2022, heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 26 september 2022 een brief gestuurd van gelijke strekking.

5.8 Uit de toon en inhoud van deze brieven (aankondiging van een dagvaarding en de daarmee gepaard gaande kosten) volgt dat de gerechtsdeurwaarder oneigenlijke druk heeft uitgeoefend op klager om een betalingsregeling te treffen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de kamer klachtonderdeel b gegrond verklaren. Dat de schuld die de gerechtsdeurwaarder aan het incasseren was een huurachterstand betreft, maakt het vorenstaande niet anders, omdat het steeds gaat om het inkomen dat op het moment van het maken van de afspraak effectief beschikbaar is om aan levensonderhoud te kunnen besteden. Tot slot gaat ook het argument van de gerechtsdeurwaarder dat het aan de opdrachtgever is om een over een betalingsregeling te beslissen niet op. Daarmee miskent de gerechtsdeurwaarder dat hij ook (steeds) een eigen verantwoordelijkheid heeft bij het tot stand komen van een regeling.

5.9 Gelet op de gegronde klachtonderdelen ziet de kamer aanleiding om de gerechtsdeurwaarder de maatregel van een waarschuwing op te leggen.

5.10 Bij deze stand van zaken ziet de kamer geen aanleiding om de gerechtsdeurwaarder te veroordelen in de kosten van de procedure. Omdat de klacht deels gegrond is, dient de gerechtsdeurwaarder wel aan klager het betaalde griffierecht te vergoeden, alsmede de door klager gemaakte (forfaitair vast te stellen) kosten.”


Naschrift
In deze uitspraak geeft de Kamer voor gerechtsdeurwaarders duidelijk weer dat een deurwaarder bij het treffen van een betalingsregeling zich terughoudend moet opstellen wanneer er vanwege de beslagvrije voet geen ruimte is voor een betalingsregeling. Een deurwaarder mag dan niet oneigenlijke druk uitoefenen om een betalingsregeling tot stand te brengen. Dit mag ook niet wanneer de opdrachtgever dit wil. De deurwaarder heeft een eigen verantwoordelijkheid om rekening te houden met de beslagvrije voet van de debiteur.
Wanneer de opdrachtgever niet wil wachten tot dat er wel ruimte is voor een betalingsregeling, dan kan de debiteur gedagvaard worden om vervolgens ook beslag te leggen. De beslagvrije voet blijft dan gewaarborgd.


Schulden klein houden
Terecht dat de eigen verantwoordelijk van de deurwaarder voor de waarborging van de beslagvrije voet onderstreept wordt. Een betalingsregeling treffen terwijl er financieel geen ruimte voor is houdt het risico in, dat er weer nieuwe schulden ontstaan.
Keerzijde is wel dat wanneer de opdrachtgever besluit om te dagvaarden om vervolgens ook beslag te leggen, de kosten behoorlijk hoog op kunnen lopen. In het onderzoek “Schulden klein houden en perspectief bieden” is als voorbeeld uitgerekend welke kosten gemoeid kunnen zijn met de invordering van drie vorderingen van € 750,-.



Als de beschikbare aflossingscapaciteit naar rato tussen de schuldeisers wordt verdeeld komt er € 337,50 aan kosten bij. De drie schulden zijn dan in 13 maanden betaald. Een periode die te overzien is. Wanneer dat niet gebeurt en een schuldeiser gaat dagvaarden en vervolgens beslag leggen, dan lopen de kosten snel op. In plaats van € 337,50 komt er dan € 1.451,30 aan kosten bij. De andere schuldeisers staan dan voor de keus:  
•    wachten met innen totdat het loonbeslag is afgerond;
•    naast het loonbeslag treffen van betalingsregelingen, of;
•    een vonnis verkrijgen en vervolgens meedelen in het beslag.
De enige gunstige optie is ‘wachten’ maar dat gebeurt in de praktijk nauwelijks. Naast het beslag betalingsregelingen treffen leidt al gauw tot nieuwe schulden, omdat de debiteur dan onvoldoende heeft om van te leven. En ook een vonnis verkrijgen zorgt er voor dat de schulden door extra kosten verder oplopen. Bij drie beslagen komt er zelfs € 4243 aan extra kosten bij. Bijna het dubbele van de originele schulden van 3 x € 750,-. Het duurt dan bijna drie jaar (33 maanden) voordat de schulden zijn betaald, waarbij de debiteur de eerste anderhalf jaar (20 maanden) alleen maar op de kosten afbetaalt. De ‘echte’ aflossingen starten pas daarna.


Een paradigmashift in de incasso
De incassosystemen zijn nu zo ingericht dat de individuele schuldeiser voor z'n eigen belang kan gaan en er geen rekening mee hoeft te houden dat er ook andere schuldeisers zijn die ook een deel van de aflossingscapaciteit willen hebben. Dit zorgt voor kostenverhogingen door vonnissen en beslagen en nieuwe schulden omdat men door betalingsregelingen onder de beslagvrije voet uit komt. Een paradigmashift is nodig. In plaats van invordering gericht op het individuele belang van de individuele schuldeiser dient de invordering gericht te zijn op het collectieve belang: het belang van de gezamenlijke schuldeisers en de debiteur. In het rapport "Schulden klein houden en perspectief bieden" worden voorstellen gedaan om dit te bewerkstelligen. Bijvoorbeeld op verzoek van de debiteur zonder vonnis meedelen in een beslagopbrengst.
Minister Weerwind komt voor de zomer met een reactie op het rapport.


Meer informatie:
- Kamer voor gerechtsdeurwaarders 20 december 2023
- Schulden klein houden en perspectief bieden